Gisteren namiddag vertrok ik per trein naar Brussel, waar ik Kevin en Anna zou ontmoeten.
Kevin en Anna waren al in Brussel voor hun werk.
Aangekomen in het gloednieuwe BNP Paribas Fortis gebouw bij het Centraal Station, kreeg ik een tijdelijke toegangspas. De hulpgoederen waren namelijk opgeslagen op de 6de verdieping van het gebouw. Fortis was zo vriendelijk om wat opslagruimte te voorzien.
Al deze hulpgoederen, met uitzondering van de dierenvoeding die wij met donatiegeld hebben gekocht (en enkele extra’s die ons werden geschonken), zijn verzameld door Kevin en Anna’s collega’s bij de bank.
Samen met diezelfde collega’s werden drie auto’s ingeladen. Twee andere chauffeurs, buiten wijzelf, hadden zich immers vrijwillig aangeboden om mee te rijden naar de Oekraïense opslagplaats in Incourt, bij Wavre: dank u wel, Jan & Mithun (en natuurlijk het hele team dat heeft meegewerkt, alsook alle mensen die hebben gedoneerd) 🙏🏻
In kolonne reden we daarna Brussel uit: uiteraard temidden de avondspits, van de ene file in de andere 😂
Maar al bij al ging het best vlot.
Zo’n 50 minuten later reden we door het prachtige Brabantse landschap naar een piepklein gehuchtje, om dan eindelijk aan te komen bij een huis waar Oekraïense Belgen al op ons stonden te wachten. Het was een hartelijk welkom — en het was ook de eerste keer dat we naar deze opslagplaats reden. Deze mensen vertelden ons dat er net een bestelwagen boordevol hulpgoederen naar Oekraïne was vertrokken, dus de garage was helemaal leeg voor ons om ‘m meteen weer te vullen.
Zo gezegd, zo gedaan — vele handen maakten het werk lichter en in mum van tijd waren de auto’s uitgeladen. Al deze hulpgoederen zouden dezelfde dag en de dag nadien (vandaag dus) nog worden gesorteerd en opnieuw ingepakt naargelang de meest dringende noden aan de Oekraïens-Poolse grens (voor vluchtelingen) en — voor zover het mogelijk is, want daar gaan gevaren mee gepaard — voor de mensen in nood die achter zijn gebleven in het Oekraïense binnenland. Ze zouden vandaag dan ook met een volle bestelwagen al meteen naar Oekraïne vertrekken. Ze rijden daar zo’n 18 uur, quasi non-stop, over.
Je zag ook dat deze mensen — een kleine Oekraïense gemeenschap in het dorp — nog weinig rust hebben gehad sinds het begin van de oorlog. Af en aan rijden chauffeurs op en af naar Oekraïne. De vrouw van een van de chauffeurs die we ontmoetten was nog maar een paar dagen geleden bevallen van een kindje, maar ook dat moest even wijken voor trips naar Oekraïne. De nood is te hoog, dus moet er hard gewerkt worden.
De mannen deelden ook met ons dat zij een bewuste keuze hadden gemaakt om zich in te zetten voor noodhulp. In principe konden ze naar Oekraïne vertrekken om te gaan vechten tegen de Russische soldaten, maar omdat geen van hen een militaire opleiding heeft genoten, noch ervaring heeft met wapens, leek hen dat geen slimme keuze. De kans dat ze überhaupt een wapen in de hand zouden krijgen was ook miniem en de risico’s zijn enorm groot. Dus kozen ze er bewust voor om op een andere manier te helpen en dat doen ze dus met volle overgave, net zoals de mensen die effectief in het leger dienen en in de oorlog vechten. Ze zijn het hun land en hun volk verplicht, voelen ze.
Toen we klaar waren met het uitladen, werd er bier en Italiaanse, pikante worst uitgedeeld. En zo hadden we nog een interessant gesprek met deze mensen, luisterend naar hun verhalen, een soort van verwantschap delen in dit hele gebeuren, terwijl Anna alles netjes voor ons vertaalde.
De Oekraïense Belgen deelden met ons dat zij overweldigd en ontroerd waren door het zien van alle hulp die door Belgen wordt geboden. Ze vroegen zich af waarom we dat deden.
En zo deelden wij een stukje van ons verleden, natuurlijk, hoe Duitsland ooit de rest van Europa was binnengevallen en we als Europeanen daardoor ook vaak voelen dat we iets terug moeten doen, mocht dit nog eens gebeuren. Het is duidelijk dat het veel Europeanen nog steeds nauw aan het hart ligt. Het is een tijd die we nooit meer willen meemaken. Op die manier voelen velen van ons zich betrokken in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, al was het maar omdat we niet willen dat de oorlog naar ons toe komt.
Uiteindelijk namen we afscheid. Voor Kevin en ik lag er nog een lange rit van bijna 2 uur naar huis. We reden naar huis bij zonsondergang, moe maar blij dat we enigszins konden helpen. Uiteraard zal het niet bij dit ene bezoekje blijven.
Deze ochtend zijn we dan ook naar de apotheek in het dorp gegaan waar Nathalie, onze apothekeres, 45 eerstehulp-kits had klaargemaakt, nadat we in de afgelopen week samen een lijst hadden samengesteld die zij dan voor ons bestelde.
Nathalie had alles netjes gesorteerd en verpakt in etuis en doorzichtige zakjes. Een groot deel is verrekend aan groothandelprijzen, als een geste naar ons toe om de kosten te drukken. Verder had ze ook nog een zak vol met medische spullen waarvan bijna de houdbaarheidsdatum was verstreken. Niet meer te verkopen, dus geeft ze het ons gratis mee.
Het bedrag van de kits kwam net boven de €1200 uit, en dan vond Nathalie het nog belangrijk dat het naar beneden werd afgerond en dus rekende ze ons het afgeronde bedrag. Fantastische hulp mochten we ontvangen van haar en het was overduidelijk dat ze gepassioneerd aan de slag ging met onze bestelling en ook blij was dat ze haar steentje kon bijdragen. Wordt vervolgd, want we gaan nog meer samenwerken met Nathalie en verwachten ook nog een lijst met dringende medicatie die nodig is, en die ons nog zou worden doorgestuurd vanuit de opslagplaats in Incourt.
Ontdek meer van Geen Grenzen
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.